Alle regels van zaalhockey!
Zaalhockey wordt gespeelt tijdens de winterstop van het veldseizoen en niet elk team doet hieraan mee. Zaalhockey is heel anders dan veldhockey, maar ook heel erg leuk! De competitie bij zaalhockey wordt wel iets anders gespeeld.
De meeste zaalhockey wedstrijden worden namelijk gespeeld in een drieluik. Een drieluik betekend dat er drie teams op de zelfde wedstrijd locatie zijn en dat ieder team twee wedstrijden speelt. De thuisploeg speelt dan altijd de eerste en de laatste wedstrijd.
Zaalhockey team regels
Een zaalhockeywedstrijd verschild heel erg met een veldwedstrijd. Er mogen bijvoorbeeld veel minder spelers in het veld staan. Zaalhockey speel je namelijk 6 tegen 6 inclusief de keepers.
Bij een zaalhockeywedstrijd mag het team maximaal uit 12 spelers bestaan. De spelers die op de bank zitten willen ook spelen en dus wordt er vaak om de 5 á 8 minuten gewisseld. Wissels verlopen wel heel anders bij zaalhockey.
Veel teams maken namelijk gebruik van de zo gehete “teamwissel”. Het gehele team wordt dan gewisseld voor 5 spelers die op de bank zitten. De tegenstander staat dan opeens voor een uitgerust team.
Wisselen in de zaal moet goed gebeuren anders kan je een strafcorner tegen krijgen. Spelers moeten namelijk volledig uit het veld zijn voordat er een andere speler in het veld mag komen. Te vroeg het veld in gaan bij een wissel wordt een “foute wissel” genoemd en dit kan je een strafcorner tegen kosten.
Zaalhockey regels
Zaalhockey regels zijn erg verschillend van de regels bij veldhockey. Een zaalhockeywedstrijd duurt bijvoorbeeld maar 40 minuten, twee helften van 20 minuten. Er worden wel meestal twee wedstrijden op één dag gespeeld.
De tijd is niet het enige wat anders is bij zaalhockey. In de zaal mag je niet flatsen of slaan, maar wel pushen. De bal mag daarnaast ook niet hoog worden gespeeld bij zaalhockey behalve wanneer er op doel wordt geschoten.
Wat als er een bal hoog van de keeper afkomt tijdens een wedstrijd? Wanneer dit gebeurd mag de bal gestopt worden door de partij die hem niet hoog heeft gespeeld. De bal mag niet verder worden gespeeld terwijl de bal nog in de lucht is.
De zijlijnen bij zaalhockey zijn balken die de bal terug kaatsen. De bal kan daardoor ook alleen uit wanneer die over de achterlijn of over de balk wordt gespeeld. Spelers kunnen op allerlei manieren gebruik maken van de balken en zo om spelers heen komen.
Een bal die uit gaat over de achterlijn zorgt voor een lange corner net als bij veldhockey. Een aantal jaar geleden waren er geen lange corners bij zaalhockey, maar die regel hebben ze aangepast. De bal moet bij een lange corner genomen worden op de middenlijn.
Een veelgebruikte techniek bij zaalhockey is een blok. Een blok kan je zetten wanneer je stilstaat met je stick op de grond en maximaal 3 steunpunten hebt. De spelers van de tegenpartij mogen dan niet door dit blok heenlopen of de bal er hard in spelen.
Straf corner regels
De stafcorner wordt bij zaalhockey gegeven om één van de volgende redenen:
- Overtreding van een verdediger binnen de cirkel
- Een veldspeler speelt de bal opzettelijk over zijn/haar achterlijn
- Foute wissel
- Opzettelijke overtreding van verdediger buiten de cirkel op de eigen helft
- De bal zit vast in de kleding/uitrusting van de keeper
Bij een strafcorner in de zaal staan er maximaal 5 veldspelers aan de tegenovergestelde kant van waar de bal wordt genomen. Er kan voor gekozen worden om met 4 veldspelers de strafcorner te verdedigen. De vijfde speler moet dan in de cirkel van de tegenstander gaan staan.
Er wordt bij zaalhockey alleen maar gepusht en gesleept. Het eerste schot bij de strafcorner mag daarom ook hoog op goal geschoten worden. De bal mag niet boven de knie tegen een veldspeler aankomen die binnen 3 meter staat.